Louis Henri Antoine Bähler(1838 – 1932)
Louis Henri Antoine was de oudste zoon van Christian Daniël Louis Bähler en Maria Elizabeth van ’t Hooft. Of, eigenlijk niet de oudste zoon. Die werd namelijk geboren nadat het echtpaar ongeveer een half jaar verbonden was aan de gemeente in Elspeet. Maar die Louis Henri overleed al twee dagen later. Wel kreeg het echtpaar in Elspeet nog een gezonde dochter.
Louis Henri Antoine werd vervolgens geboren in de tweede standplaats van zijn vader, Oosterwolde (Gld) op 21 juni 1838.
Vanwege de vele aangenomen beroepen van zijn vader is Louis Henri Antoine op z’n dertiende al vijf keer verhuisd.
Op z’n negentiende overlijdt zijn vader, die op dat moment ongeveer een half jaar predikant is in Poortvliet.
Evenals zijn grootvader, vader en diens broer (Pierre Benjamin Bähler) gaat ook Louis theologie studeren, namelijk in Utrecht. Maar daarvóór had hij in Leiden eerst Oude Talen gestudeerd, onder andere Assyrisch.
Hij zou uiteindelijk 18 talen beheersen; en toch was het geen begenadigd spreker. Hij trok niet de massa.
In 1866 wordt hij predikant in Kesteren, waar hij enkele maanden later in het huwelijk treedt met Johanna Maria Adriana Tieleman.
Daar, in Kesteren, worden ook de beide oudste zonen geboren: Louis Adriën en Adriën Henri De laatste zou studeren aan het conservatorium in Leipzig en zich op muziek storten.
Als Louis Henri een beroep krijgt naar zijn geboorteplaats, Oosterwolde in Gelderland, dan hoeft hij niet lang na te denken. Mogelijk zelfs heeft hij op dit beroep gewacht, want hij heeft vier eerdere beroepen afgewezen.
Hij deed in het Gelderse Oosterwolde zijn intrede met de tekst uit Colossenzen 1:28-29.
Tijdens het predikantschap hier krijgt het echtpaar nog vier dochters.
Louis Henri Antoine was eerst calvinistisch maar ging in zijn Oosterwolde-periode over op het Reveil van de Brightonbeweging van Robert Pearsall Smith.
In 1875 trok hij namelijk naar deze Engelse plaats Brighton – samen met onder andere Abraham Kuyper. Op die conferentie werd ‘de heiligmaking door geloof en bekering’ gepreekt.
Pearsall Smith en anderen toonden aan op die conventie in Brighton – en eerder al in Oxford – dat er bijbelse mogelijkheden waren voor een leven dat de overwinning ademt en niet terneergedrukt wordt door teleurstellingen. De sleutel hiervan vonden zij in de slogan ‘heiliging door het geloof’. De christen moest niet langer krampachtig activistisch met zichzelf bezig zijn, gericht op zijn zondige ‘oude mens-zijn’, maar gelovig kracht putten uit de opstanding van Christus. Hij moest conform Romeinen 6 zijn oude mens voor dood houden en leren verstaan wat hij nu voor rijkdommen in Christus had.
Teruggekomen in het Gelderse Oosterwolde preekte Bähler dan ook die bekering en heiliging van het leven in Christus Jezus door de kracht van de Geest.
Veel mensen die zich niet konden vinden in het soms starre calvinisme van de Hervormde Gemeente waren vatbaar voor deze troostende boodschap, waarop ds. Bähler de nadruk legde:
“Het gaat”, zo zei hij, “het gaat niet om bekering tot de belijdenisgeschriften, maar om bekering van het hart tot de Heer Jezus Christus, opdat Christus gestalte in u krijgt. Hij verlost en voert tot zieleblijd-schap en redt uit zeer donkere dogmatische zondebenauwenis”.
Geloven in de Christus in onszelf en wars zijn van dogma’s, dát was Louis Henri Antoine Bähler.
Bählers veranderde gemoedstoestand leidde tot andere kerkdiensten. Niet zozeer de geloofsbelijdenissen en de leerregels stonden centraal, nee het ging om de blijdschap van het geloof door de ervaring van Christus in jezelf.
Bähler wilde dan ook niet meer geassocieerd worden aan een bepaalde richting. Hij was zichzelf! Hier herkennen we ook zijn zoon in – ten voeten uit!
Veel mensen (vooral ook uit het naburige Oldebroek) werden door deze boodschap aangesproken. Maar lang niet alle ! Er was namelijk binnen de eigen gemeente (Oosterwolde) al enige tijd sprake van twee richtingen: een groep die steeds calvinistischer trekken kreeg en een groep van meer evangelische richting. Met name op de laatste groep had de ‘nieuwe ‘Bähler een sterke aantrekkende werking.
Zo stapte een ander deel vijandig de kerk uit, hetgeen leidde tot de uitspraak “Hij besteelt de armen”. Er kwam door de afnemende kerkgang immers minder geld binnen voor diaconale doeleinden.
Een arme sloeber die deze uitspraak had gedaan – hij besteelt de armen – werd veroordeeld tot een boete van het voor die tijd enorme bedrag van 25 gulden; die zou hij uiteraard nooit kunnen voldoen, waardoor het op gevangenschap zou uitdraaien. Zover kwam het echter niet omdat Bähler persoonlijk die 25 gulden voor zijn rekening nam…..
Ook enkele andere zaken die we later bij zijn zoon terugzien, vinden waarschijnlijk hun kiem bij Louis Henri Antoine. Zo was hij tegen het gebruik van alcohol: “In elke borrel zitten zeven duivels” was zijn uitspraak. En ook weigerde hij een Koninklijke onderscheiding.
De bijeenkomsten van de gemeente werden soms verstoord doordat men met stenen werd bekogeld. Steeds minder mensen woonden de bijeenkomsten bij, totdat er elke keer slechts twintig tot dertig mensen zaten. Bähler voelde aan dat hij werd weggepest en vertrok naar Lage Zwaluwe.
Zijn kerkelijke gemeente wilde echter op de ingeslagen weg verder en bleef – naast het bijwonen van de diensten van de Hervormde Kerk – ook eigen bijeenkomsten houden.
Uiteindelijk leidde dat tot de bouw van een eigen ruimte en onttrekking aan de Hervormde Kerk. Bählers (tweede) vrouw bedacht voor het nieuwe gebouw de naam; en zo gebeurde het dat Bähler dertien jaar na zijn vertrek werd uitgenodigd om het gebouw in te wijden: Luctor et emergo – ik worstel en kom boven. Heel merkwaardig als naam voor een kerkelijke ruimte, omdat het geen bijbelse naam is, maar wel een naam die nog steeds voortleeft in een geloofsgemeenschap in Oldenbroek; een geloofsgemeenschap die ook alweer opgesplitst is: een groep scheidde zich af en vormt sindsdien de Vrije Evangelische Gemeente – zij hebben nog een mannengroep die genoemd is naar de grote inspirator van het begin: Bähler.
Bähler is inj 1931 nog (op hoge leeftijd!) betrokken geweest bij de besluitvorming rond die afscheiding.
Maar het Luctor et Emergo is nog steeds de plaats van samenkomst van de Luctorianen, de volgelingen van Bähler. Het kleine ‘kerkje’ echter staat nu echter in de schaduw van een enorme kerk die gebouwd werd om de toenemende aantallen kerkgangers onderdak te kunnen bieden.
Bij de inwijding van dat oorspronkelijk gebouw, Luctor et Emergo, had Bähle rook Lage Zwaluwe allang achter zich gelaten en zich in Groningen gevestigd. In die periode overlijdt op 3 augustus 1884 zijn eerste echtgenote.
Hij treedt opnieuw in het huwelijk; nu met Willemina Cornelia Gijsberta van Rede; uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren.
Hij bleef zich ook in Groningen inlaten met opwekkingsbijeenkomsten.
Zo ging hij in 1905 nog naar een bijeenkomst in Wales; daarbij verkeerde hij onder andere in het gezelschap van de bekende Johannes de Heer.
Op bijna 69-jarige leeftijd gaat hij op 28 april 1907 met emeritaat. Hij zal echter tot vlak vóór zijn dood, tot op 92-jarige leeftijd nog voorgaan. Er zijn enkele preekbeurten bekend in Den Haag – in een periode kort voor zijn overlijden.
Zijn tweede vrouw overlijdt op 28 april 1910, waarna hij op 10 maart 1911 in Scheveningen een derde huwelijk aangaat, nu met Jeannette Roelina Dobbenga. Zijn zoon Louis Adriën zou getuige geweest zijn bij dat huwelijk.
Louis Henri Antoine Bähler overlijdt in Paterswolde op 24 april 1932.
Jeannette Dobbenga op 22 augustus 1945 in Groningen.
Standplaatsen als predikant: